De Gazelles van Theo
Eerder verblijdde Theo ons al met zijn Batavus en zijn Koga. Maar fietsliefhebber Theo heeft ook nog een heel bijzondere Gazelle Champion Mondial.
Theo vertelt: “Het zal zo’n 15 jaar geleden zijn dat Danny, mijn toenmalige collega bij fietsenmakerij Mac Bike op ‘t Waterlooplein een fransblauwe Gazelle Tour de L’Avenir zag staan en mij overtuigde die te kopen. Voor honderd gulden, een knappe prijs.
Een behoorlijk mooi ding! Chique met half verchroomde vorkpoten. En met oogjes op de patten, precies wat ik wilde want ik wilde een klassieke randonneur opbouwen voor mijn fietsvakantie plannetjes. De RIH Speciaal die ik nog had staan was eigenlijk een soort van randonneur maar die was wel erg zwaar, een Gazelle Tour de L’Avenir is tenminste gedeeltelijk met Reynolds 531 buizen gebouwd.
Nadere inspectie leerde dat het balhoofdlager nog gaaf was maar de trapas en de naven behoorlijk waren uitgewoond, voor een rijwieltechnicus met twee rechterhanden en een onuitputtelijke bron met nieuwe en tweedehands reserve onderdelen is dat natuurlijk geen bezwaar: Vol goede moed begon ik aan de revisie.
Eerst maar eens de wielen maken. Met verre reizen met bepakking in ‘t achterhoofd leek ‘t me verstandig om zowel voor als achterwiel over 4 te spaken, dan kan je voor zowel ‘t voorwiel als ‘t achterwiel de spaaklengte voor alle spaken gelijk houden: Spaak 15-14 302mm. Op ‘t frame plakte ik een bosje reserve spaken met kop en steekspaken zonder kop voor eventuele noodreparaties. Voor zette ik een Shimano DuraAce naaf, achter een lage flens Campagnolo Record met opschroef pignon. De velgen waren ouderwetse dubbel gebuste Mavic 36 gats velgen. Als banden monteerde ik Vredestein Perfect 28-622.
De originele Weinmann sidepull remmen achtte ik ongeschikt voor ‘t zware werk, die werden vervangen door achter een Mafac Racer en voor een Weinmann centerpull remhoef met Koolstop blokken. Als remgrepen monteerde ik Shimano 600 met de kabels ouderwets bovenlangs. De derailleurs werden gecommandeerd door Suntour Power Shifters op de onderbuis, de voorderailleur bleef de originele Suntour 7 en achter monteerde ik een Suntour VX Grand Tourismo, dat is de VX met lange kooi, zo kan je een langere ketting monteren en iedereen weet: Hoe meer schakels, hoe langer de levensduur.
‘t Crankstel stelde ik samen van een Sugino met Shimano steek van een slopertje met de wellicht wat merkwaardige combi 44-40, dat waren tandbladen die ik nog had liggen. Met achter een 7 speed pignon tot 28 tands kon ik fluitend alle bergen op, zo verzekerde mij een andere collega die vroeger gekoerst had.
In ‘t magazijn lag nog een gloednieuw lederen racezadel van ‘t merk Ideal, bagagerekjes en m’n Bluemell spatbordjes erop en ‘t feest kon beginnen!
Ik weet niet of ‘t nog steeds zo is maar vroeger kon je ook je eigen fiets meenemen als je met Cycletours naar Italie ging: de bus ging van Amsterdam naar Firenze en dat leek me ideaal want ik wilde graag mijn vrienden in Noord-Italie met een bezoekje verblijden: Wat zouden ze opkijken als ik nu eens niet met de motor maar op de fiets zou langswippen! Klein probleempje was dat de bus over de Apennijnen zou stoppen en ik juist vòòr die bergketen zou willen blijven. Om die over te steken zag ik best tegenop, ik had immers 0 ervaring met fietsen in bergen en wilde ‘t rustig gaan opbouwen en niet de eerste dag met bepakking en al over een bergpas moeten zien te geraken. Gelukkig kan ik niet slapen in autobussen en bracht de nacht al kletsend met de bestuurder door en die wilde me best even na Bologna op een parkeerplaats droppen. Voor mekaar!
Op de parkeerplaats bij een benzinepomp langs de Autostrade deden we onze pitsstop en daar stond ik 5 uur ‘s nachts de bagage op m’n fiets te laden. Al snel trok ik de aandacht van een goedgeklede heer die mij vroeg of ik hulp nodig had. Het werd mij snel duidelijk dat deze parkeerplaats ‘s nachts een heel andere functie had…. Maar gelukkig bleek de cursus Italiaans voor beginners die ik gevolgd had voldoende vocabulair opgeleverd te hebben zodat ik deze beste kerel op beleefde wijze kon afpoeieren.
Nu van de snelweg af zien te geraken en dat viel nog niet mee! Omdat de Autostrade een peage is staat er een hek omheen. Een behoorlijk hoog hek. In ‘t stikdonker reed ik over de vluchtstrook zonder licht richting ‘t zuiden op zoek naar een eerste de beste gelegenheid me in veiligheid te brengen want ‘t was zenuwslopend met al dat vrachtverkeer.
Bij een scheefgezakt verkeersbord zou ‘t moeten gebeuren: eerst gooide ik mijn bagage over ‘t hek, daarna de fiets en klom toen in ‘t verkeersbord en waagde de sprong. Dat ging allemaal goed en even later vervolgde ik mijn weg over een stoppelveldje, nam toen een karrespoor dat overging in een betonpad dat op een huis aankoerste. Wat een mazzel dat ik ‘t enige boerenerf in Italie opreed waar geen woeste kettinghond de boel bewaakt!
Ik was nu in ‘t plaatsje waar de uitvinder van de radiotelegrafie is geboren: Sasso Marconi en moest naar Reggio Nell’ Emilia want daar in een dorpje verderop woonden Lorenzo en Rosi. Nu denkt iedereen dat Noord-Italie vlak is als Lutjebroek maar dat blijkt toch tegen te vallen: Ik moest wel degelijk een behoorlijke puist overfietsen en kwam er op de vroege ochtend al snel achter dat voor deze jongen 40-28 een brug te ver is. Dat werd lopen. En dat is nog zwaarder dan fietsen. Dat zou ik in de toekomst toch anders doen maar daar had ik nou niks aan. De hele verdere vakantie zou ik dergelijk terrein vermijden, de remmen daarentegen waren uit de kunst.
‘t Weerzien met Lorenzo en Rosi was genoeglijk, na een paar dagen reed ik verder richting Piemonte om Piero en Marco en natuurlijk mama Carla te bezoeken.
Ergens halverwege de Povlakte begon m’n rechtercrank raar te doen: ‘t Voelde aan alsof ik met een kapotte spie reed alleen was ‘t crankstel toch echt spieloos. Het is de uitdging om zoveel mogelijk tweedehands onderdelen te monteren maar ik bleek de pech te hebben dat deze crank waarschijnlijk door een vorige eigenaar met veel te veel kracht is vastgezet (heren, 4 kg/m is echt genoeg hoor!): ‘t vierkante gat was te groot geworden voor de trapas; met als gevolg dat de trapas door de crank heenstak. Wat nu?
Net buiten een of ander gehucht zag ik een carrosserie werkplaats liggen en daar m’n probleem uitgelegd, of ik even uit een dikke carrosserie ring een vulplaatje mocht vijlen. Met hun gereedschap a.u.b. Geen probleem, vaklui herkennen mekaar over de hele wereld. Een half uurtje later de crankbout weer gemonteerd met daartussen de vulring en ‘t probleem was opgelost.
Met deze reparatie toch nog twee weken zonder probleem rondgefietst, ruim 1000 km afgelegd, niet slecht!
Weer thuisgekomen eerst maar ‘s een triple crankstel op de fiets gezet, nu 44-40-34. Dat zou ‘t bergbeklimmen een stuk aangenamer maken en dat zit er nu, vele vakanties verder nog steeds op.
De Tour de L’Avenir heeft me heel wat plezier bezorgd maar eigenlijk was ze me met haar 60 cm. twee cm. te groot. Omdat ‘t frame lekker kort is viel er wel prima op te fietsen maar toen een mattie van me met een oranje Champion Mondial 58cm. om zijn nek mij een bezoekje bracht ging m’n hart toch iets sneller kloppen: Al jaren droomde ik van een Champion Mondial, maar dan niet zo’n ordinaire A, AA of AB frame, die heeft iedereen al. Ik was op zoek naar een G frame, die zijn echt zeldzaam, met ‘n 100% Reynolds 531 frame + dito voorvork met oogjes op de patten en een wat luier stuurkarakter, meer bedoeld als exclusieve lichte tourfiets en laat zijn buurman zo’n fiets nèt bij ‘t grofvuil te hebben gezet!
Twee weken terug alles van m’n trouwe Tour de L’Avenir afgehaald, op de trapas en balhoofdlager na en overgezet op het nieuwe frame, gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt remgrepen te monteren met remkabels binnendoor. De originele Mafac Racer remhoeven heb ik laten zitten, die horen er gewoon op en remmen goed genoeg.
Hoe ‘t rijdt?
Nou, ‘t is wel effe wennen! ‘t G frame is niet bepaald een raceframe…. Rechtuitstabiliteit is uit de kunst en de wendbaarheid voldoende al is ‘t een stuk minder levendig dan de Tour de L’Avenir. Ben benieuwd wat dat in de bergen doet met afdalingen, wie weet komt ‘t er nog ‘s van. Voorlopig heb ik daar een ander fietsje voor nl. de Koga Roadspeed.”
Update! Afgelopen Pasen hebben we een rondje Ardennen georganiseerd en ik ging mee als mechanieker op de bovenstaande Champion Mondial. Omdat ’t in de Ardennen niet alleen bergop gaat maar zeker ook bergaf kon ik mooi de rijeigenschappen van dit stalen ros aan een nader onderzoek onderwerpen.
Welnu, de Mafac remmen voldoen uitstekend (anders had ik hier niet gezeten 🙂 en afdalen met bepakking blijkt geen zenuwslopende activiteit te zijn: Met snelheden van boven de 60 km. per uur blijft de fiets makkelijk te controleren. Tenminste, zolang je je handen niet van ’t stuur haalt! Want zodra ’t stuur losgelaten wordt begint ’t frame te zwabberen en ’t voorwiel alle kanten op te slaan. Nou is dat bij afdalen natuurlijk geen probleem want dan moet je zowiezo je vingers bij de remmen hebben, maar ook op vlak terrein kan je met bagage maar beter niet al fietsend een banaan uit je koerstruitje vissen…… Ook bij schakelen voelt de fiets niet strak.
Vreemd, want de wiellagers hebben geen speling en ook ’t balhoofdlager loopt spelingsvrij. De bagagedrager zit goed vast etc. etc. Waarom de fiets zo onrustig is als met bagage wordt gereden is mij een raadsel.
Al met al was ik blij dat ik met deze fiets ’t avontuur ben ingegaan: De spatborden bleken gezien ’t weer van onschatbare waarde!
Hier een sfeerimpressie: http://www.youtube.com/watch?v=nFl9R1CO4-Q
Hallo Theo,
Dat je Gazelle G zo onrustig is bij afdalen, kan aan veel dingen liggen. Maar dat weet jij ook wel.
Ik noem maar wat.
Alleen bagage achter:
Wat bagage aan lowrider voor zou kunnen helpen, maar in filmpje lijk je niet al te veel bagage te hebben.
Of juist wel, gelet op je daalsnelheid?
Rechtheid wielen:
Met commandeurs op onderbuis heb je 1 hand aan stuur tijdens schakelen, instabiliteit zou kunnen duiden op slagje in wiel(en).
Rechtheid frame:
Lopen wielen goed in lijn?
Stijfheid frame:
Zit denk ik wel goed, want frame is niet al te groot.
Groet,
Jouke