De Locomotief van Theo (zijn vriendin)
Ik zal maar met de deur in huis vallen: Ik ben gezegend met een vriendin die met geen stok op de racefiets te krijgen is. Ze vindt ze lelijk zo zonder spatborden en bagagedrager, eng met die dunnen bandjes en niet vrouwelijk want je kan er niet gekleed in een rokje op fietsen, althans, volgens vrouwlief. En daar heeft ze een punt! Als je eens oog in oog hebt gestaan met een niet afgetrainde vrouw in lycra gehesen op een full carbon road racer kijk je toch ook snel weg?
Afgelopen nazomer gingen we met een gehuurd campertje naar Zuid Frankrijk en behalve mijn Koga Roadspeed ging ook een Merida dames hybride fietsje mee voor ‘t geval dat . En raad ‘s? Nadia vond ‘t leuk! Ze was verbijsterd dat je met zo weinig moeite zulke lange (nou ja) stukken kon fietsen in niet bepaald vlak terrein.
Thuis gekomen gelijk aan de slag gegaan met een wrakje dat ik nog had staan: Een Locomotief Tour de France damessportfiets. Die stond ergens moederziel alleen weg te kwijnen met een lekke band, een uitgelopen trapas en een crankstel dat niet ‘op tijd’ stond. Ketting was verdwenen, remmen stuk, affijn, ‘t oude liedje. De reden dat ik me over dit fietsje had ontfermt is dat ‘t frame én de voorvork geheel is opgebouwd met Reynolds 531 buis en ze nog behoorlijk origineel èn compleet was; het ideale restauratie object a.h.w.
Ze was af fabriek uitgerust met een Sturmey Archer 3 speed freewheel naaf, RVS Weinmannn spatborden met lampje op ‘t voorspatbord, Mafac Racer center pull remmen, Stronglight BSA trapas met spiebanen, Nordlicht verlichting en een aluminium engels sportstuurtje. Omdat dit frame naast de zeer lichte 531 buizen ook nog ‘s is uitgerust met Campagnolo patten dus er ook een derailleur oog aan ‘t rechter achterpatje zit was ik er al snel uit hoe ik de fiets zou gaan opbouwen. Met achterderailleur en ‘t zelfde verzet waarmee Nadia zoveel plezier had beleefd in de heuvels bij Avignon en aan de Cote d’Azur. Het was me opgevallen dat ze alles deed op ‘t middenblad van de Merida, welnu, dat telde 34 tanden, de pignon ging tot 28. Delen we dit op elkaar dan komen we op 1,214. Als ik een achterwiel kon opbouwen met een 7 speed cassette met 32 tanden als grootste blad dan zou een 32 x 1,214 = 39 tands rechtercrank kunnen volstaan. Laat dat nou een vrij normaal maatje zijn!
De achtervelg bleek nog in goede staat, De (double butted !) spaken waren ook nog prima en wat bleek: ze waren slechts 2 mm te kort om met dezelfde spaken een achterwiel met Shimano 7 speed cassettenaaf op te kunnen bouwen. Heb ik dus lekker toch gedaan, met de te verwachten belasting in ‘t achterhoofd durf ik dat wel aan. Uit een ratjetoe van losse Hyperglide tandwielen en vulringen heb ik een groepje van 14 tot 32 samengesteld zodat ‘t verzet geschikt is voor èn omgeving Lutjebroek èn Valkenburg. Als achterderailleur een geheel in stijl Shimano 500 GT met lange slag. Op de stuurpen een Suntour ‘Power’ single commandeur, dus die met een ratel mechaniekje.
De linker cup van de trapas was uit de pot gelopen en de draad beschadigd. Jammer want de as zelf, die hol (!) bleek te zijn was nog goed. Uit de oude doos een los linkercupje gevist en die gebruikt om de as weer te hermonteren: altijd leuk om een sportfiets op te bouwen met een trapas met spiebanen! Het originele tandwiel dat op de rechtercrank gebout was was flink versleten, bovendien telde de 46 tanden, veeeeeeel te groot maar ook dat probleem bleek opgelost te kunnen worden want ik bleek ook nog een Nervar stalen dubbele rechtercrank te hebben liggen waar ‘t binnenblad, 38 tands nog helemaal goed van was. Zeg je Nervar zeg je Stronglight dus dat was weer een gelukkie.
Omdat ‘t frame eigenlijk een beetje aan de hoge kant is voor Nadia heb ik er zo’n kek 70’s Sakae japans damesracestuurtje opgezet. Die vallen lager dan engelse sportsturen.
Remmen. Niet onbelangrijk!
Mafac Racer remmen kunnen echt behoorlijk vertragen maar niet in combinatie van die ielige Altenburger remgreepjes. Van een slopertje had ik nog Dia Compe center pull remmen liggen die nog zó gaaf bleken dat de originele blokjes gebruikt konden worden. Omdat deze remmen veel stijver zijn dan de originele Mafac’s hebben ze een hoger rendement en remmen ze dus beter.
De naaf van ‘t nog kaarsrechte voorwiel, een hoge flens Maillard was nog gaaf, niet ingepit: eigenlijk is er dus nooit veel op deze Locomotief gereden wat ook wel bleek uit de conditie van ‘t binnenwerk van de S.A. 3 speed naaf: Klokgaaf, als nieuw. In S.A. naven staat altijd ‘t bouwjaar ingeslagen: 1974. Geen echte Locomtief dus maar een door Gazelle geproduceerd rijwiel wat ook al bleek uit ‘t feit dat onderaan de bracketpot ‘Gazelle’ is geslagen. Maar gek genoeg is ‘t géén Gazelle Tour de France want die loodzware kruiwagens zijn nooit met Reynolds 531 buis opgebouwd geweest, ook niet in de 70’s.
Het fietje valt zowaar in de smaak! Niet in de minste plaats door de bizarre kleur: licht paars. De Nordlicht dynamo deed ‘t (uiteraard) nog maar heb ik verwisseld voor een veel lichtere IKU dynamo die ik van een Gazelle Sprinter Race kon afslopen, ‘t koplampje komt daar ook vanaf. Achterlicht in origineel. De Sprinter Race doneerde ook de ouderwetse franse sportpedalen. Als bandjes heb ik er 28-622 opgezet, tweekleurig, lekker retro. 28-622 is niet te breed, niet te smal en kunnen tot 6 atm. opgepompt worden. Prima zo.
Hoe rijdt dat nou?
Gewoonweg super! Ondanks dat we ‘t hier hebben over een klassiek damesframe valt de stijfheid niks tegen dus rijdt ‘t fietsje vederlicht. De zithouding is heel bruikbaar, hier gaan we heel veel plezier aan beleven!
Hallo,
‘een aluminium engels sportstuurtje’
Ik ben op zoek naar zo’n stuur, weet iemand er een?
Bedankt
Heb ik nog liggen. Kom zaterdagochtend langs bij Mac Bike Marnixstraat 220 Amsterdam dan help ik je
Theo.